1971-1975: de plaats van VTV in de Volksbond
Tavi lost niet alles op
Na de opvoeringen in januari 1971 van De Schelmstreken van Scapin werd er bij Theater VTV grondig nagedacht over de toekomst. Twee jaar eerder waren de klassieke structuren vervangen door een nieuw bestuursmodel; zonder titels en functies, met een 4-koppige directie en specifieke verantwoordelijkheden. Het oude ‘carcan’ met twee of drie producties per jaar was doorbroken en had plaats geruimd voor een breder concept met jazz- en kleinkunstavonden in samenwerking met andere culturele verenigingen.
Het probleem was: waar moesten de medewerkers vandaan blijven komen, het publiek en de centen?
Kulinarisches Theater
Op het feestmaal ter gelegenheid van Rerum Novarum, op zondag 23 mei 1971 in het Technisch Instituut Depoorter, tekende Paul Vandenhoeke op het tafelpapier een scenario voor een groots project: de herneming van de revue Tavi ees getraut, van Valère Depauw, voor het eerst opgevoerd in 1934-1935. De keuze leek bizar omdat het new look VTV net de oude gewaden had afgelegd om op een alternatieve en vooruitstrevende manier aan theater te doen. Paul Vandenhoeke verwoordde het zo in De Ronsenaar: “Modern-esthetisch teater moet het streven zijn van iedere toneelvereniging die haar naam in ere wil houden. Dat sluit echter geenszins uit dat niet kan uitgezien worden naar de mogelijkheden om een ruim publiek op de been te brengen naar hetgeen de Duitsers noemen ‘Kulinarisches Theater’, voor de fijnproevers. Uit de bomvolle zaal kan een teaterpubliek worden gekweekt dat ook aanwezig zal zijn daar waar een klassieker wordt opgevoerd.” (foto 1)
Tavi als bindmiddel
Bovendien en niet onbelangrijk: het ging niet goed met de kassa van VTV, noch met die van de Volksbond. Vanuit het overkoepelende Volksbondbestuur, in 1970 nog onder de leiding van voorzitter Georges Boucquet, secretaris Gaston Vanopbroecke en schatbewaarder Elien Cardon kwamen dienaangaande alarmerende berichten. VTV betaalde (soms) huur voor het gebruik van de infrastructuur van de Volksbond en de daarmee gepaard gaande energiekosten en ook daarover ontstonden meningsverschillen tussen de VTV-directie en het Volksbondbestuur.
Tavi moest al deze problemen in één klap goedmaken: veel volk, een grote cast, veel inkomsten, een stuk met veel herkenbare humor en de toneelbond herenigd met de harmonie. Robert Depoortere aanvaardde de regie, Gaston Vanopbroecke de muzikale leiding. In ruil engageerde Paul Vandenhoeke zich als nieuwe directieleider/voorzitter van VTV. Zijn ambtstermijn ging in op de directievergadering van 11 juli 1971 en de beslissing werd bekrachtigd op een uitgebreide directievergadering ten huize van erevoorzitster Roberte Depoortere op 21 augustus 1971. Op de algemene vergadering van 4 september 1971 werden de VTV-leden geïnformeerd over de gang van zaken. Op diezelfde vergadering maakte regisseur Robert Depoortere de rolverdeling van Tavi ees getraut bekend met Johan Debisschop als Tavi en Henriette Van Avermaete als Madleeneki (foto 1.2). Er waren drie speeldagen voorzien: 13, 20 en 21 november 1971 met op 10 november een avant-première voor de scholen (die werd afgelast en verschoven naar 30 november) (foto 2).
Kongolezen
Het zouden uiteindelijk 13 voorstellingen worden, gespreid over een periode die liep van 13 november 1971 tot en met 15 oktober 1972. Ronse liep storm voor de revue, men kreeg er maar niet genoeg van. De voorstellingen draaiden keer op keer uit op een volksfeest dat bleef duren tot diep in de nacht. ‘Stimmung ganz gross’ was het devies in kelderzaal, die werd omgedoopt tot ‘Estaminet Octaaf Vanderkloefen’. Valère Depauw was op de première de eregast maar al in de aanloop, op de openingsreceptie op 31 oktober 1971, had de verloren zoon uit Sint-Job-In-’t-Goor het woord gevoerd (foto 3).
In 1934-1935 had Tavi de Volksbond een nieuw elan gegeven, het was niet anders in 1971. Gaston Vanopbroecke, chef van de harmonie en muzikaal leider van de revue daarover in De Ronsenaar: “We hadden tot nog toe in de huidige bezetting nog nooit samengewerkt met de mensen van VTV aan een gemeenschappelijk project. Het werd een buitengewone meevaller. De regisseur en ikzelf hebben getracht onze eigen visie zo goed mogelijk aan elkaar te koppelen. Dat was vroeger wel eens de moeilijkheid in de Volksbond. Laat het ons zo stellen dat we elk in ons eigen lokaaltje werk verrichtten zonder dat we ons van het lokaaltje ernaast veel aantrokken. Nu werd de fiktieve kloof voor eens en altijd doorbroken.”
De vaststelling van de reporter dat “de Volksbond anno 1972 meer dan ooit het kultureel hart van Ronse kan genoemd worden”, kan op Gastons volledige instemming rekenen. “Ik zal hier met een zinnetje uit Tavi op antwoorden: voor goed toneel moet ge in de Volksbond zijn, de anderen zijn er Kongolezen naast!”
De Volksbond herleefde en de bundeling van krachten door VTV en de harmonie bood brede perspectieven. De beheerraad van de Volksbond, intussen voorgezeten door Elien Cardon, stuurde onmiddellijk na de première op 13 november al een boodschap uit waarbij ze bijzondere woorden van dank had voor, in volgorde: dirigent Gaston Vanopbroecke, decorbouwers Roger Cnudde (die de schitterende doeken maakte) en René Depoortere, regisseur Robert Depoortere en productieleider Paul Vandenhoeke. Elien Cardon was er op de première ook bij om Georges Maerheyt de medaille Ridder in de Orde van Leopold II op te spelden. Georges was VTV-lid sedert 1921 en had de eerste Tavi in 1934 als speler meegemaakt (foto 4).
Ook opmerkelijk: op de première was het Davidsfonds-voorzitter Frans De Ruyck die het publiek verwelkomde. Bloemen waren er op de eerste voorstelling voor de zus van de échte Octaaf De Badts, die eerder dat jaar was overleden, en voor de weduwe van stichter-voorzitter Alfred Vindevogel. Op de eerste rij zaten ook de CVP-politici, Jan Verroken op kop.
De Tijd van de Waanzin
Tavi had voor nieuwe energie gezorgd in de Volksbond maar ook elders waren er ambitieuze plannen.
Bij de stad Ronse liep, op initiatief van de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (VVV) onder voorzitterschap van André Roekeloos en onder de vleugels van schepen Germain De Rouck (BSP) het project De Tijd van de Waanzin, een klank- en lichtspel over de geschiedenis van Ronse, naar aanleiding van de 500ste verjaardag van het bezoek van Karel De Stoute aan de stad. Elie Saegeman schreef en regisseerde het spektakel, Louis De Meester componeerde de muziek, Roland De Smet coördineerde het technische gedeelte. Acteurs als Roger Bolders, JP De Dekker, Anton Cogen, Marilou Mermans en presentator Nand Baert verleenden hun medewerking.
Er dreigde even een communautair opstootje toen bleek dat de evocatie ook integraal in het Frans zou worden gebracht. Onder aanvoering van VTV werd tegen dat voornemen zwaar geprotesteerd door de lokale verenigingen. Paul Vandenhoeke verwierp daarbij het argument “als zouden de neringdoeners er schade van ondervinden wanneer het klankspel uitsluitend in het Nederlands wordt opgevoerd”. Uiteindelijk werd een ingekorte versie in het Engels, Duits en Frans gemaakt om alle toeristen ter wille te zijn. VTV leverde het overgrote deel van de figuranten voor deze productie die liep van 21 juni tot 16 september 1972 met elk weekend 2 vertoningen. Het decor was het Bruulpark met de Sint-Hermeskerk op de achtergrond (foto 5).
60 jaar VTV: herbronning
Op 7 mei 1972 hield VTV een algemene vergadering om het drukke seizoen 1971-1972 af te sluiten en het nakende feestseizoen 1972-1973 voor te bereiden. De 60ste verjaardag zat er immers aan te komen. Directieleider Paul Vandenhoeke hield voor de eigen leden maar ook voor de belangstellenden van andere (kristelijke) verenigingen een “referaat over de herbronning van de Vlaams-kristelijke gedachte, ook in het theater”. Wij citeren: “Teater en zeker amateurteater moet een brede resonantie verwekken bij zijn publiek als een stimulerend ferment. Een ‘eigen gelaat’ en ‘een eigen engagement’ zijn op een teater verantwoorde wijze nodig, zoniet onontbeerlijk. Het publiek heeft recht op ontspanning maar dat publiek bereikt ook de kultuur die ze verdient en waarvan een amateurgezelschap een uiting is. Een teatergezelschap heeft soms de delikate opdracht aan maatschappijkritiek te doen, maar komt dat niet neer op zelfkritiek van zijn trouw publiek dat door zijn getrouwheid die kritiek aanvaardt of verwerpt?” En voorts: “Teater VTV wil de stimulator zijn van de herbronning der kristelijke gedachte. Niet in een minderwaardige positie waar veel modernisten en andersdenkenden hen zouden willen zien maar wel respekterend-offensief.”
Het feestweekend 60 jaar VTV zelf vond plaats op 24 en 25 november 1972, na nog twee opvoeringen van Tavi ees getraut in oktober van dat jaar, de laatste uit de reeks van in totaal 13 voorstellingen. Op vrijdagavond 24 november was er een tentoonstelling van decor- en kostuumontwerpen van de Oudenaardse academie onder leiding van Etienne Hubleau, collega van Paul Vandenhoeke. Op zaterdag 25 november werd VTV op het stadhuis ontvangen, waarna een jubileummis volgde in de Sint-Hermeskerk en een banket in de Kristen Volksbond.
Het bestuur bestond toen uit erevoorzitster Roberte Depoortere, voorzitter/directieleider Paul Vandenhoeke, directieleden Johan Debisschop, Robert Depoortere en Philippe Jouret, leden technisch comité René Depoortere en Jean-Pierre Duplessis, penningmeester Noël Crispyn en secretaris Gilbert Cardon (foto 6).
Beschuldigde sta op!
Het jubileumstuk naar aanleiding van 60 jaar VTV werd opgevoerd op 2, 3 en 10 december 1972. VTV speelde in op het succes van de BRT-reeks Beschuldigde sta op en gaf de productie De Nacht van de Zestiende Januari de titel mee Beschuldigde Karen Audre sta op. Het einde van het stuk is onvoorspelbaar want afhankelijk van het oordeel van een jury die aan het begin van elke voorstelling wordt samengesteld uit het publiek. De bedoeling was dat Robert Depoortere en Philippe Jouret samen de regie zouden voeren maar door ziekte moest Robert afhaken. Luc Luyten speelde de openbare aanklager die Karen Audre veroordeeld wil zien, Orphale Crucke, in het echte leven advocaat, verdedigde haar. De cast telde 26 spelers, waaronder een hoop jonge debutanten, aangetrokken door het succes van Tavi. Voorzitter Paul Vandenhoeke zelf speelde rechter Heath en kende één van zijn mooiste theaterervaringen: zijn tekst lag de hele tijd voor hem op tafel en hij was, wij citeren, “zeer tevreden over al dat jong geweld dat in de Kristen Volksbond zijn debuut had gemaakt en een wissel betekent op de toekomst.”
Symposium
Op 17 februari 1973 maakte het bestuur verder werk van de beoogde herbronning door een symposium te organiseren waarop samen met de leden werd nagedacht over de krijtlijnen voor de toekomst. De direktie had een referaat opgemaakt dat als toetssteen moest dienen voor de gesprekken die verliepen in 4 groepen. Die groepen werden geleid door Orphale Crucke, Eddy Decrits, Trees Besard en Bob Voet. Er waren in totaal 28 deelnemers.
We noteren enkele opmerkelijke punten uit het verslag:
- er wordt voorgesteld zoveel mogelijk ABN te praten onder mekaar;
- er wordt gevraagd de a-commerciële houding van de Kristen Volksbond te bespreken in de beheerraad;
- er zouden meer bijeenkomsten moeten zijn buiten de herhalingen, dieptepunten zoals nu moeten vermeden worden;
- er worden meer volksstukken gevraagd;
- wat is de plaats van VTV in de organisatie van de Volksbond;
- het punt toneelpolitiek is niet tot ontplooiing gekomen, de direktie zal daarover zo snel mogelijk een studiedag organiseren;
- de hoofdbetrachting van de leden is nog steeds toneel spelen.
Dat laatste bleek niet direct in de loop van het jubileumjaar. Na het symposium organiseerde VTV op 14 april 1973 in samenwerking met Davidsfonds een Andalusische avond met zang en dans door Los Sevillanos (foto 7). Het aangepaste decor was van René Depoortere en Roger Cnudde. Eind juni vond ook de Gouwdag van het AKVT plaats in de Volksbond. Er was een ontvangst op het stadhuis door schepen Jacques Piessevaux en na een bezoek aan de crypte vond in de Volksbond een opvoering plaats van twee eenakters door een gezelschap uit Oostenrijk. Er werd veel gepraat, veel overlegd, veel gewikt en gewogen. Maar wat met de concrete programmatie? De roep naar Tavi kuupt nen twielink weerklonk steeds luider.
Tavi kuupt nen twielink bis
Wat moest gebeuren, gebeurde. Al snel na de succesvolle opvoeringen van Tavi ees getraut rees de vraag om ook ‘den Twielink’ op te voeren. Goed voor de kassa, goed voor de Volksbond, goed voor de samenhorigheid. Alleen, bij VTV liep niet iedereen over van enthousiasme. Regisseur Robert Depoortere had aan Tavi 1 geelzucht overgehouden en dus keek men in de richting van Johan Debisschop om naast de hoofdrol ook de regie over te nemen. Onder druk van het Volksbondbestuur en de vox populi stemde Debisschop uiteindelijk ook toe.
In de zomer van 1973 werden de voorbereidingen getroffen voor deel twee van de Tavi-revue waarin Madleeneki een tweeling baart. Dirigent Gaston Vanopbroecke was opnieuw van de partij met René Depoortere, Roger Cnudde en Jean-Pierre Duplessis als technische omkadering.
Zoals gevreesd was de onmogelijke combinatie Tavi spelen én regisseren een te zware dobber. Johan Debisschop vroeg en kreeg onderweg alsnog assistentie van zijn compagnon de route Robert Depoortere. De eerste 2 voorstellingen werden gespeeld in november 1973, net op het ogenblik dat de oliecrisis ten gevolge van de oorlog in het Midden-Oosten het land lam legde. Autoloze zondagen hielden het publiek zes weken thuis. Tavi kuupt nen twielink werd hernomen op 26 januari 1974 en 2 en 3 februari 1974. Er waren twee extra-voorstellingen voorzien op 9 en 10 februari maar die werden nooit gespeeld. Professionele verplichtingen met veel buitenlandse reizen maakten het sleutelfiguren als Robert Depoortere, Johan Debisschop en Philippe Jouret onmogelijk om een reeks zoals in 1971-1972 neer te zetten. De drie gooiden er zonder veel overleg op 3 februari 1974 het blok op, zeer tot ontzetting van Gaston Vanopbroecke en de leden van de harmonie én zeer tot ongenoegen van de beheerraad van de Volksbond die op een handgeschreven affiche moest lezen dat de voorstellingen van Tavi kuupt nen Twielink waren stopgezet. Tavi had tijdelijk voor aangescherpte vriendschapsbanden geleid maar de kloof was gebleven en ten slotte nog dieper geworden.
Tijd voor bezinning. Opnieuw.
Op de eerste plaats?
In mei 1974 stak het VTV-bestuur de koppen bijeen om een ambitieus plan te bespreken, getekend Robert Depoortere en Paul Vandenhoeke. “In onze geesten rijpt een ambitieus plan: een groots opgezette showavond waarin de meest populaire liedjes uit onze twee revues naar voren zouden gebracht worden, afwisselend met nieuwe humoristische teksten en dit in een totaal vernieuwd dekor op 3 verschillende niveaus.”
De leden werden uitgenodigd naar een algemene vergadering op 4 juli, een ongewoon moment voor dit soort vergaderingen en absoluut carcan-doorbrekend. Het resultaat was ontnuchterend. 5 leden daagden op. “Wat is het?”, vroeg het trio Vandenhoeke-Depoortere-Debisschop zich tijdens een beperkte bestuursvergadering in augustus 1974 af. Een derde Tavi werd afgevoerd en men werkte een nieuw programma uit voor 1974-1975, niet zonder dat men zich vragen stelde bij het gebrek aan belangstelling vanwege de leden. “Moeheid, luiheid, gemakzucht, onbegrip, voorrang voor andere ontspanningsvormen? Wij begrijpen sommige moeilijkheden voor zover ze van professionele aard zijn. Daarentegen TV, voetbal, andere organisaties en vergaderingen mogen geen hinder zijn voor ONS theatergebeuren. WIJ kunnen ons niet veroorloven op de tweede plaats te komen in rangorde van onze ontspanningskeuze!!! Het is het ene (theater) of het andere. Onze inspanningen zijn te groot om mislukkingen wegens nonchalance, slordigheid, lusteloosheid van sommigen te dulden!”
Bovendien haalde het kernbestuur zwaar uit naar de beheerders van de Kristen Volksbond en de CVP-mandatarissen. Er werd verwezen naar de “koele en zelfs vijandelijke houding van bepaalde bestuursleden en afdelingen van de Volksbond tegenover VTV” en het feit dat er nauwelijks VTV-leden werden gesteund voor benoemingen in openbare functies. Het kernbestuur stelde zelfs vraagtekens bij het voortbestaan van VTV. Daarbij wees VTV er ook fijntjes op dat het 45.000 frank had betaald aan de beheerraad voor het gebruik van de zaal in het seizoen 1973-1974.
Crisis
Er kwam, na een bijeenkomst van een uitgebreid bestuur in september, een nieuwe algemene vergadering op 6 oktober 1974. Daarop herhaalde het kernbestuur de standpunten die het tegenover de Volksbond innam in juli.
Qua programma voorzag men een jazzavond in november 1974, De Varkens van John Arden in januari 1975 en Jezus van Nazareth van Arthur Goemaere in april 1975. Er werd een (verplicht) verslag bezorgd aan de beheerraad van de Kristen Volksbond maar het document werd ook op ruimere schaal verspreid onder de leden, met inbegrip van een aantal financiële gegevens.
De reactie van het bestuur van de Volksbond volgde op 16 oktober 1974 via een brief van voorzitter Elien Cardon en secretaris Marcel Debleecker, gericht aan VTV-voorzitter Paul Vandenhoeke. “U zult er heel waarschijnlijk niet aan bedrogen zijn als wij u zeggen met tal van zaken uit de inhoud niet akkoord te kunnen gaan”, luidde de inleiding. En de conclusie was: “Het dagelijks bestuur van de Kristen Volksbond is van oordeel dat soortgelijke taal en opmerkingen zoals gebruikt in uw rondschrijven niet kunnen geduld worden. Het wijst u dan ook eenparig terecht te meer daar genoemde uitlatingen enkel het resultaat zijn van één persoon en geenszins het voorwerp uitmaken van een beslissing van het bestuur van VTV.”
Op 12 november 1974 kwam het bestuur van VTV opnieuw samen om de moeilijke toestand te bespreken. Voorzitter Paul Vandenhoeke ontbrak evenwel. Er werd een handgeschreven en door de bestuursleden getekende brief naar hem gestuurd met de vraag hoe het nu verder moest. De bestuursleden waren Roberte Depoortere, René Depoortere, Jean-Pierre Duplessis, Noël Crispyn, Johan Debisschop en Gilbert Cardon. De man die de brief schreef was Robert Depoortere, dezelfde Robert Depoortere waarnaar Elien Cardon verwees in zijn terechtwijzing (foto 8).
Het zat er bovenarms op, Tavi of geen Tavi.
De Week van de Kapiteins
Paul Vandenhoeke reageerde niet op de brief van zijn bestuur, of toch niet officieel. Ontgoocheld over de, in zijn ogen, starre houding van het Volksbondbestuur maar ook over het abrupte einde van Tavi kuupt nen twielink, bedankte hij voor de voortdurende strijd in eigen rangen en nam ontslag als voorzitter. Roberte Depoortere werd waarnemend voorzitter van VTV en probeerde de brokken met Elien Cardon en Marcel Debleecker te lijmen. Frans De Ruyck, CVP-politicus en Davidsfondsvoorzitter, fungeerde daarbij als bijkomend onderhandelaar.
De missie was succesvol. In maart 1975 stond VTV weer op de planken voor 2 opvoeringen van de productie De Week van de Kapiteins, geregisseerd door Robert Depoortere en zijn adjunct Johan Debisschop. In het programmaboekjes schrijft Robert Depoortere: “Na de succesreeks Tavi moest terug begonnen worden met mensen welke slechts enkele malen op de planken hadden gestaan. Een situatie waarin Teater VTV in zijn meer dan 60-jarig bestaan spijtig genoeg meer dan eens verkeerde.”
Zo onervaren was die cast nochtans niet: Marcel Vanhoolandt, Gilbert Cardon, José Maes, André Van Brandt, Josepha Maes, Willy Vanhoecke, Hilde Boucquet en Chantal Casieres. Er werd ook gewerkt met filmfragmenten getekend Damien Van Wambeke (foto 9).
Het was evenwel duidelijk dat VTV nood had aan een nieuwe kapitein die de vereniging stabiliteit kon geven, artistieke perspectieven kon bieden en over de nodige diplomatie beschikte om in het woelige Volksbondmidden overeind te blijven. In de aanloop naar een nieuw seizoen, werd in mei nog een avond met Toots Thielemans en Valère Depauw georganiseerd en toen was het tijd voor een grondige bezinning, de zoveelste sinds de dood van Marc Depoortere.
Wat voorafging:
1912-1941: van de ene oorlog naar de andere
1941-1944: het Stadstooneel
1944-1956: Georges Demedts en Marc Depoortere
1956-1965: Roberte en Marc Depoortere
1965-1971: de zoektocht
Hoe ging het verder:
1975-1977: De breuk
1977-1980: altijd zonneschijn
1980-1983: de laatste fase?
1983-1989: Damien
1989-1991: Kortsluiting
1991-1993: schudden en beven
1993-1995: naar eerste categorie
1995-1997: Er moet iets gebeuren
1997-2001: het einde van de Volksbond
2001-2005: en de verovering van Nederland
2005-2009: het komt ook altijd allemaal toope
Heb je al tickets voor de toekomst?
Copyright 2020 Theater VTV Ronse | Privacy | Zonnestraat 27 | 9600 Ronse | info@theatervtv.be